Architecten pakken steeds vaker de rol van hoofdaannemer
Sinds 2008 lijkt de architect op gespannen voet te staan met het speelveld waarop hij jarenlang zich vanzelfsprekend kon bewegen. Ooit brachten de grote woningbouwopgaven, de aanhoudende vraag naar kantoren, bedrijfsgebouwen en onderwijsinstituten en de alom in het land aanwezige drang tot het bouwen van iconische architectuur een voortdurende stroom aan opdrachten op gang. Genoeg voor iedereen. Dit is sterk veranderd.
Dit walhalla voor architecten met zowel grote als kleine ambities is inmiddels veranderd in een survival of the fittist, waarbij bureaus elkaar naar het leven staan om de schamele opdrachten die er zijn. Dutch design stond lange tijd hoog in internationaal aanzien. Voor het buitenland blijkt Nederland inmiddels niet meer het gidsland in architectuur dat we ooit waren. De hegemonie van de Nederlandse sterarchitect is ver verwijderd van het niveau van voor de crisis, de ‘dutch approach’ is passé. En de sterarchitect opereert inmiddels vooral in het buitenland.
Voor de crisis vonden talentvolle ontwerpers gemakkelijk een plek in grotere of kleinere bureaus. Sinds 2008 zijn de omzet en de werkgelegenheid in de architectenbranche meer dan gehalveerd. De alsmaar krimpende omzet dwong veel architecten om te vertrekken. Als oplossing kozen nogal wat van deze ‘overtollige’ architecten voor een bestaan als zzp’er. Men startte massaal eigen bureaus, veelal om werkloosheid af te wenden.
Verborgen werkloosheid
Niet altijd heeft dit echter iets opgeleverd, velen leiden een op zichzelf teruggeworpen bestaan. Nogal wat architecten zijn maar wat blij met een werkende partner in, jawel, een andere branche. Je kunt dit verborgen werkeloosheid noemen. Een aantal lukt het op eigen kracht en met persoonlijkheid in het krachtenveld naar boven te drijven, maar, het lijkt een natuurwet, alleen de sterksten overwinnen.
Esthetiek minder dominant
Maar er is meer aan de hand. De positie van flink wat architecten is intrinsiek veranderd. De rol en de betekenis van architectuur als scherpende, vormgevende discipline lijkt te zijn gemarginaliseerd. Aspecten als esthetiek en vormgeving lijken ondergeschikt te zijn geworden aan – op zichzelf belangrijke – zaken als duurzaamheid; democratisering; menselijke maat; gezondheid en veiligheid. Ook zijn veel van de opgaven aanzienlijk minder omvangrijk in schaal. Ten slotte zijn de vooruitzichten op werk voor architecten sterk gereduceerd – soms tot slechts een maand.
Hoog in het zadel
De architect is er niet meer om zichzelf in zijn werken te scheppen, hij is meer dan ooit dienstbaar aan burger en samenleving en lijkt meer dan ooit ook speelbal van die samenleving. En, we moeten eerlijk zijn, deels is dit een natuurlijke correctie op de periode dat architecten zich in onaantastbare posities waanden. Veel architecten hadden zichzelf en elkaar in dat hoge zadel gehesen en voelden zich heer en meester in het publieke domein dat ze in al hun hun creativiteit bepaalden.
Onbegrip architect en burger
De top-downtijd en de architect leken éen op éen samen te gaan. De architect had vanuit zijn beroepsvisie een onwrikbare status. Een correctie was ook wel nodig, het onbegrip tussen de architect en de burger was gapend groot. Want hoewel architecten vaak grote kwaliteiten konden zien in elkaars werken, de burger voelde zich vaak overruled door de koude, klinische dozenarchitectuur.
Duurzaamheid en grondprijs
Toch slaat de ontwikkeling in mijn ogen nu door. En dat gaat hard. Zo zijn er vele bottom-up ontwikkelingen, waarbij de architect, voorzover nog in beeld, nauwelijks nog hoorbaar is in de kakafonie van individuele wensen. Bij andere opdrachtgevers draait het tegenwoordig vaak meer om duurzaamheid en grondprijs dan om vormgeving en esthetiek. Een andere voor architecten desastreuze ontwikkeling is de veranderde rol van corporaties. Waren zij ooit de kweekvijvers voor nieuwe ideeën, creativiteit en vernieuwing, die tijd is voorbij. Veel van de bouw in opdracht van corporaties is in handen van aannemers en daarmee gestandaardiseerd.
Dag van de Architectuur ter discussie
Typerend in dit verband is het fenomeen Dag van de Architectuur. Lange tijd was deze ‘Dag’ een paradepaardje van de BNA en een mooie aanleiding om de pracht en praal van architectuur over het voetlicht te brengen. Voor de BNA is het financieren van deze dag niet meer mogelijk. In het tussenjaar 2015 was Architectuur Lokaal eenmalig coördinator van de Dag. Daarna werd het stil. Een aantal architectuurcentra in het land heeft nu, 2016, het stokje opgepakt en besloten om in vereniging de zaken rond de Dag van de Architectuur te coördineren. Onlangs kwamen ze bij elkaar om zich te buigen over een doorstart en het thema voor de Dag van dit jaar.
Dienstbaarheid aan de samenleving
In de discussie over het thema kwam de vermeende gemarginaliseerde positie van de architectuur aan bod. Welke boodschap moet je op de Dag uitdragen? Welke rol speelt de architect anno in de vormgeving van steden? Het antwoord na een middag brainstormen: architectuur en stedebouw kunnen hun dienstbaarheid aan de samenleving tonen door de rol die ze spelen in de oplossing van grote sociaaleconomische en ruimtelijke vraagstukken. Denk hierbij aan democratisering en participatie, de verduurzaming van stad en samenleving en een gezonde verstedelijking.
Portretten
Illustratief in dit verband zijn ook de covers van de Architect. Sierden jarenlang ‘voor zich’ sprekende beelden van iconische projecten de voorkant, inmiddels zie je maandelijks een ‘gezicht’ uit de discipline geportretteerd, vaak gepaard met een citaat waarin een maatschappelijk getinte uitspraak ligt besloten.
Tekenen van de tijd
Het zijn allemaal tekenen van de tijd. De kaalslag die vanwege de crisis onder de discipline heeft plaatsgevonden, is niet gering en heeft zijn effecten. Maar zijn architecten zelf niet ook debet aan de marginalisering van hun positie? Een discussie over het belang en de betekenis van de architectuur voor de stad, noem het een fundamenteel architectuurdebat, wordt nauwelijks gevoerd.
Kwaliteit stedelijke ruimte
Veel zzp’ers zitten verscholen achter hun digitale tekentafels en hopen op betere tijden. Zijn we vergeten dat architecten een beroepsgroep vormen, die als geen ander verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de stad, van de openbare ruimte, juist op de langere termijn? Die verantwoordelijkheid voor de gebouwde omgeving is veel-, zo niet alomvattend en rol van de architect is daarmee cruciaal.
Basale taken
Architecten zouden zich geroepen moeten voelen om te zoeken naar goede en eigenzinnige antwoorden op de opgaven van nu en van de toekomst. Een kleine groep architecten concentreert inmiddels weer op de basale taken en het vakmanschap. Een goed voorbeeld zijn de Rats die afgelopen jaar in de Architect van oktober werden geportretteerd. Maar dat lijkt toch echt een minderheid te zijn. De goeden niet te na gesproken, constateer ik dat de beroepsgroep zich koest houdt en zich voegt naar de opdrachtgever, zonder een schijn van het zelfbewustzijn van voor de crisis. Tijd voor nieuw elan!
Bron: de Architect